Blijf op de hoogte van al het nieuws rondom onze expertises
Keuze werknemer pakt verkeerd uit en komt als een boemerang terug
Als een werknemer de werkgever voorstelt om zijn ‘slapende dienstverband’ met wederzijds goedvinden te beëindigen onder toekenning van de transitievergoeding, moet de werkgever dat voorstel zonder meer accepteren. Hij mag daaraan geen voorwaarden verbinden. Ook niet de voorwaarde dat partijen elkaar finale kwijting verlenen. Dit heeft de Hoge Raad geoordeeld (HR 21 januari 2022, ECLI:NL:HR:2022:63). […]
Inhoudsopgave
Als een werknemer de werkgever voorstelt om zijn ‘slapende dienstverband’ met wederzijds goedvinden te beëindigen onder toekenning van de transitievergoeding, moet de werkgever dat voorstel zonder meer accepteren. Hij mag daaraan geen voorwaarden verbinden. Ook niet de voorwaarde dat partijen elkaar finale kwijting verlenen. Dit heeft de Hoge Raad geoordeeld (HR 21 januari 2022, ECLI:NL:HR:2022:63).
De werkneemster was langdurig arbeidsongeschikt en had een ‘slapend dienstverband’. Dit is een arbeidsovereenkomst die na twee jaar arbeidsongeschiktheid niet is beëindigd terwijl de werknemer niet meer werkt en geen loon meer krijgt. Doordat de arbeidsovereenkomst niet is beëindigd, hoeft de werkgever geen transitievergoeding te betalen. De werkneemster had haar werkgever gevraagd in te stemmen met een beëindigingsvoorstel onder toekenning van de transitievergoeding. De werkgever verbond aan zijn instemming echter een (finale) kwijtingsvoorwaarde.
In het Xella-arrest (HR 9 november 2019, ECLI:NL:HR:2019:1734) heeft de Hoge Raad geoordeeld dat, als het gaat om de beëindiging van de arbeidsovereenkomst wegens langdurige arbeidsongeschiktheid, een werkgever op grond van goed werkgeverschap verplicht is in te stemmen met een voorstel van de werknemer tot beëindiging van de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden, onder toekenning van de transitievergoeding. Alleen als de werkgever een gerechtvaardigd belang heeft bij de instandhouding van de arbeidsovereenkomst, mag hij het voorstel van de werknemer afwijzen. Zo’n belang is bijvoorbeeld wel dat er reële re-integratiemogelijkheden zijn voor de werknemer maar niet dat de werknemer de pensioengerechtigde leeftijd bijna bereikt. De werkgever krijgt compensatie van de transitievergoeding die hij wegens langdurige arbeidsongeschiktheid heeft betaald.
Stemt de werkgever ten onrechte niet in met het beëindigingsvoorstel van de werknemer, dan schendt hij zijn verplichting zich als goed werkgever te gedragen. De werkgever pleegt dan wanprestatie met als gevolg dat hij de schade die de werknemer daardoor lijdt moet vergoeden. Deze schade bestaat in elk geval uit de transitievergoeding.
De werkgever handelt ook in strijd met goed werkgeverschap als hij niet op tijd instemt met het beëindigingsvoorstel van de werknemer.
De Hoge Raad heeft nu gezegd dat de werkgever zijn verplichting zich als goed werkgever te gedragen ook schendt als hij voorwaarden stelt aan zijn instemming met het beëindigingsvoorstel van de werknemer. Een voorbeeld is de (finale) kwijtingsvoorwaarde waarmee de werknemer rechten prijsgeeft, zoals het afstand doen van eventuele rechten op schadevergoeding of een eventueel resterend vakantiesaldo. Een ander voorbeeld is het overeenkomen van beperkende bedingen, zoals een concurrentie- of geheimhoudingsbeding, al dan niet versterkt met een boete.
Het arbeidsrecht is altijd in beweging. Heeft u een vraag over de (ontbinding van de) arbeidsovereenkomst met uw werknemer? Neem dan contact op met de advocaten van het team Arbeid van SWDV Advocaten
Blijf op de hoogte van al het nieuws rondom onze expertises
Onze advocaten delen hun visie, geven tips en houden u op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op de voor u belangrijke rechtsgebieden.