Blijf op de hoogte van al het nieuws rondom onze expertises
Keuze werknemer pakt verkeerd uit en komt als een boemerang terug
Op 18 februari 2023 is de Wet bescherming klokkenluiders (Wbk) in werking getreden. In dit artikel legt Jeroen Dikker van SWDV Advocaten uitgelegd wat deze wet voor u betekent. Waarom is er de Wbk? Met de Wbk is een Europese richtlijn omgezet (geïmplementeerd) in de Nederlandse wetgeving. Het is Richtlijn (EU) 2019/1937 van het Europees […]
Inhoudsopgave
Op 18 februari 2023 is de Wet bescherming klokkenluiders (Wbk) in werking getreden. In dit artikel legt Jeroen Dikker van SWDV Advocaten uitgelegd wat deze wet voor u betekent.
Met de Wbk is een Europese richtlijn omgezet (geïmplementeerd) in de Nederlandse wetgeving.
Het is Richtlijn (EU) 2019/1937 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2019 inzake de bescherming van personen die inbreuken op het Unierecht melden (PbEU 2019, L 305) (‘Klokkenluidersrichtlijn’).
Deze richtlijn is in werking getreden op 16 december 2019 en gaf de lidstaten van de Europese Unie tot 17 december 2021 de tijd om de nationale wetgeving aan te passen. Nederland heeft deze implementatietermijn dus overschreden.
Er was al de Wet Huis voor klokkenluiders (sinds 1 juli 2016). De Wbk heeft die wet gewijzigd, waaronder dus ook de naam van de wet.
Werkgevers tot 50 werknemers moeten sinds 18 februari 2023 een interne meldregeling hebben die aan de nieuwe eisen voldoet als ze werkzaamheden verrichten op het gebied van financiële diensten, vervoer of milieu.
Werkgevers met ten minste 50 werknemers moeten ongeacht hun werkzaamheden een interne meldregeling hebben die aan de nieuwe eisen voldoet:
Overheidsorganisaties, waaronder in ieder geval de rijksoverheid, publiekrechtelijke zbo’s en de decentrale overheden (gemeenten, provincies en waterschappen), moesten, ongeacht het aantal werknemers of ambtenaren, al vanaf 17 december 2021 (implementatiedatum van de richtlijn) een interne meldregeling hebben die aan de nieuwe eisen voldoet.
Werknemer is niet alleen degene die arbeid verricht krachtens een arbeidsovereenkomst of publiekrechtelijke aanstelling maar ook degene die arbeid verricht zonder arbeidsovereenkomst of publiekrechtelijke aanstelling maar wel in een ondergeschiktheidsrelatie en tegen vergoeding. Zzp’ers zijn dus geen werknemer; uitzendkrachten zijn wel werknemer; stagiairs en vrijwilligers ook, als ze tenminste een vergoeding voor hun werkzaamheden ontvangen.
In de interne meldregeling moet in ieder geval het volgende zijn vastgelegd:
De werkgever moet zijn werknemers, uitzendkrachten, bezoldigde vrijwilligers en stagiairs schriftelijk of elektronisch informeren over de interne meldregeling, de manier waarop een vermoeden van een misstand buiten de organisatie kan worden gemeld en de rechtsbescherming, zoals het verbod op benadeling.
Iedereen die in het kader van zijn werkzaamheden vermoedt dat er sprake is van een misstand kan een melding doen. Hieronder vallen werknemers, ambtenaren, uitzendkrachten, zzp’ers, stagiairs en vrijwilligers (met of zonder vergoeding), (onder)aannemers, leveranciers, zelfs aandeelhouders of leden van een raad van commissarissen.
Ook ex-werknemers of sollicitanten kunnen een melding doen.
Een misstand is:
De volgende onderwerpen vallen onder het Unierecht:
Het maatschappelijk belang is in ieder geval in het geding als de handeling of nalatigheid niet enkel persoonlijke belangen raakt en er sprake is van een patroon of structureel karakter dan wel als de handeling of nalatigheid ernstig of omvangrijk is.
Een individueel arbeidsconflict is dus geen misstand.
Je mag direct extern een vermoeden van een misstand melden, bijvoorbeeld aan het Huis voor klokkenluiders. Eerst intern melden heeft echter de voorkeur.
Een klokkenluider kan anoniem een onderzoek aanvragen bij het Huis voor klokkenluiders. Een advocaat of vertrouwenspersoon onderhoudt het contact met het Huis en de klokkenluider.
Werkgevers zijn verplicht meldingen van een vermoeden van een misstand te registreren in een register.
Extern melden kan bij:
De melder van een vermoeden van een misstand mag daarvan geen nadeel ondervinden. Onder benadeling wordt in ieder geval verstaan:
Een dreiging met of een poging tot benadeling valt ook onder benadeling.
De persoon die de melder bijstaat, betrokken derden (collega of familielid) en de functionaris(sen) bij wie het vermoeden van een misstand (intern) kan worden gemeld, genieten dezelfde bescherming tegen benadeling als de melder.
De melder van een vermoeden van een misstand hoeft slechts aan te tonen dat hij heeft gemeld en dat hij is benadeeld. De werkgever, organisatie of instantie moet aantonen dat de benadeling niet het gevolg is van de melding.
Zowel de ondernemingsraad (OR) als de personeelsvertegenwoordiging (PVT) heeft instemmingsrecht voor een besluit tot vaststelling, wijziging of intrekking van een interne meldregeling.
Als een werkgever geen OR of PVT heeft ingesteld, en daartoe ook niet verplicht is, heeft hij bij de vaststelling van de interne meldregeling de instemming nodig van meer dan de helft van de werknemers. Dit is niet nodig als de interne meldregeling inhoudelijk is geregeld in een cao.
Als een werkgever geen interne meldregeling heeft of als de meldregeling niet aan de wettelijke eisen voldoet, kan iedere belanghebbende werknemer, uitzendkracht, bezoldigde vrijwilliger of stagiair de kantonrechter verzoeken te bepalen dat de werkgever een interne meldregeling vaststelt die aan de wet voldoet.
De melder van een vermoeden van een misstand kan het Huis voor klokkenluiders verzoeken een onderzoek in te stellen naar de manier waarop de werkgever zich jegens hem heeft gedragen naar aanleiding van een melding.
Het Huis voor klokkenluiders krijgt de bevoegdheid om in de volgende gevallen een last onder bestuursdwang of een bestuurlijke boete op te leggen aan de werkgever:
Als de werkgever nalaat een interne meldregeling vast te stellen, kan de ondernemingsraad (OR) of personeelsvertegenwoordiging (PVT) het onderwerp op de agenda zetten en indien nodig de kantonrechter verzoeken dat de werkgever verplicht wordt een conceptregeling ter instemming voor te leggen.
Iemand die (opzettelijk) een valse melding doet, kan zich strafrechtelijk gezien schuldig maken aan smaad of laster (gevangenisstraf of geldboete) en kan civielrechtelijk gezien onrechtmatig handelen (rectificatie, stoppen met het verspreiden van de
informatie op straffe van een dwangsom, of vergoeding van schade). Omgekeerd, als de werkgever een melder ‘zwartmaakt’, kan deze schuldig zijn aan smaad of laster en een onrechtmatige daad plegen.
Als de werkgever een werknemer belemmert om een interne of externe melding te doen, de werknemer benadeelt of dreigt te benadelen, zoals overplaatsing, degradatie of
zelfs ontslag, dan kan de werknemer (in kort geding) eisen dat die benadeling stopt op straffe van een dwangsom.
Als de werkgever de geheimhouding van de identiteit van de werknemer schendt, schendt hij de wettelijke geheimhoudingsplicht (gevangenisstraf of geldboete).
Blijf op de hoogte van al het nieuws rondom onze expertises
Onze advocaten delen hun visie, geven tips en houden u op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op de voor u belangrijke rechtsgebieden.