Betaalopdracht na faillissement

In mijn vorige artikel over dit onderwerp waren er betaalopdrachten verricht rond de datum van het faillissement aan een crediteur. Deze crediteur ontving de betaling pas na datum faillissement en de curator vorderde die betaling terug.

Betaalopdracht aan buitenlandse bank

In een recent vonnis van de rechtbank Zeeland-West Brabant d.d. 19 april 2017 velde de rechtbank een oordeel over een betaalopdracht aan een buitenlandse bank na de datum van het faillissement. De schuldenaar had geld overgemaakt naar rekeningen van bekenden en een bedrag contant opgenomen ten laste van het positieve saldo bij zijn Belgische bank.

Insolventieverordening: ook Belgische bank gehouden aan (Nederlandse) jurisprudentie

De curator vorderde deze bedragen terug van de bank. De bank verweerde zich met de stelling dat zij niet op de hoogte was van het faillissement. De jurisprudentie van de Hoge Raad volgend oordeelde de rechtbank dat de curator gelijk had en dat de bank ruim € 78.000,- moet terugbetalen. Kort samengevat is het standpunt van de Hoge Raad dat er pas een verbintenis tot betaling bestaat als er een betaalopdracht ten laste van het creditsaldo wordt gegeven en dat (de bestuurder van) gefailleerde vanaf de dag van het faillissement niet meer bevoegd is tot het geven van die opdracht. De rechtbank verwees naar de Insolventieverordening als reden waarom ook de Belgische bank aan de (Nederlandse) jurisprudentie gebonden is op dit punt. Het verweer van de bank dat zij toen de betaalopdracht werd gegeven nog niet bekend was met het faillissement, werd door de rechtbank niet gevolgd.

BV in financiële problemen

Verkeert uw BV in financiële problemen of doet u zaken met een BV waarvan u weet of vermoedt dat deze financiële problemen heeft? Overweegt u een herstructurering van uw onderneming of misschien om eigen aangifte van het faillissement te doen?

Vraag advies aan Sebastiaan van Leeuwen.