Bestuurdersaansprakelijkheid

De bv is als zelfstandige rechtspersoon aansprakelijk. Soms kan de bestuurder van een bv ook persoonlijk aansprakelijk zijn. Die aansprakelijkheid kan zowel ten opzichte van de bv zelf, dus intern, of ten opzichte van derden, dus extern, zijn.

To the point advies

Wij adviseren aandeelhouders, commissarissen en bestuurders van bv’s over bestuurdersaansprakelijkheid. Onze kennis komt mede voort uit onze faillissementspraktijk waarin wij als curator optreden en soms genoodzaakt zijn om een bestuurder aan te spreken. U kunt bij ons onder andere terecht voor:
  • Advies over interne bestuurdersaansprakelijkheid
  • Advies over externe bestuurdersaansprakelijkheid
  • Advies over bestuurdersaansprakelijkheid bij faillissement
  • Het aansprakelijk stellen van de bestuurder(s)
  • Advies over de aansprakelijkheid van commissarissen en aandeelhouders

Interne aansprakelijkheid

De interne aansprakelijkheid ziet toe op situaties waarin een bestuurder jegens de vennootschap aansprakelijk is, bijvoorbeeld omdat de bestuurder zich niet aan de regels heeft gehouden.

De bestuurder kan door de vennootschap of, in geval van faillissement, door de curator aansprakelijk gesteld worden. Dan moeten zij wel bewijzen dat de bestuurder een persoonlijk ernstig verwijt treft.

Sebastiaan van Leeuwen

Advocaat

Expertises:
  • Ondernemen
  • Insolventie

Externe aansprakelijkheid

De externe aansprakelijk betreft de situatie waarin de bestuurder aansprakelijk is jegens individuele schuldeisers (of crediteuren). Dan moeten zij wel, aan de hand van alle omstandigheden van het geval, bewijzen dat er sprake is van ernstige verwijtbaarheid van de bestuurder.

De grondslag van de aansprakelijkheid kan in beginsel in twee hoofdcategorieën worden ondergebracht. Een bestuurder kan een ernstig verwijt worden gemaakt als hij verplichtingen is aangegaan, terwijl hij wist dat de vennootschap deze niet zou kunnen nakomen en geen verhaal voor eventuele schades zou bieden (de Beklamel norm). Ook als de bestuurder bewerkstelligt of toelaat dat de vennootschap haar verplichtingen niet nakomt en geen verhaal biedt voor de als gevolg daarvan geleden schade (betalingsonwil), kan de bestuurder persoonlijk aansprakelijk zijn.

Onbehoorlijk bestuur (wanbeleid)

Bestuurders kunnen door de curator hoofdelijk aansprakelijk worden gesteld voor het boedeltekort wegens onbehoorlijk bestuur als dit een belangrijke oorzaak is van het faillissement. Maar wanneer is nou eigenlijk sprake van onbehoorlijk bestuur? Dat is het geval als geen redelijk denkend bestuurder – onder dezelfde omstandigheden – aldus zou hebben gehandeld. Dit is voor de curator niet makkelijk te bewijzen. Onbehoorlijk bestuur staat in beginsel vast als de bestuurder niet heeft voldaan aan de administratieplicht of de publicatieplicht.

Van schending van de administratieplicht is in beginsel sprake als er geen goed en snel inzicht in de rechten en verplichtingen en de vermogenspositie van de bv mogelijk is. Al naar gelang de omvang en de activiteiten van de onderneming kunnen er aanvullende vereisten voor de administratieplicht gelden. Als de bestuurder aannemelijk kan maken dat het faillissement een andere belangrijke oorzaak heeft en hij zijn best heeft gedaan om een faillissement door die andere oorzaak te voorkomen, dan is het aan de curator om het tegendeel te bewijzen.

Als vaststaat dat de bestuurder wegens onbehoorlijk bestuur aansprakelijk is voor het boedeltekort, kan de rechter in sommige gevallen dat bedrag matigen.

Commissarissen en aandeelhouders

Naast bestuurders is het ook mogelijk om commissarissen aansprakelijk te stellen. De aansprakelijkheidsregels die gelden voor commissarissen zijn afgeleid van de aansprakelijkheidsregels voor bestuurders. Dit betekent dat onder omstandigheden ook een commissaris van een bv aansprakelijk kan zijn voor schulden van de bv. Hetzelfde kan gelden voor aandeelhouders.