Wegvervoerder aansprakelijk gehouden buiten de CMR*
Wat betekent dit voor u?
Aansprakelijkheid vervoerder voor verplichtingen die niet onder de vervoersovereenkomst vallen
Eind 2015 heeft de Hoge Raad een belangrijk arrest gewezen over de aansprakelijkheid van de vervoerder voor schade veroorzaakt door het niet nakomen van bijkomende verplichtingen die niet onder de eigenlijke vervoersovereenkomst vallen (‘nevenverplichtingen). [1]
Transfennica was met de opdrachtgever overeengekomen om een aantal containers met elektronica over de weg te vervoeren van Roosendaal naar een locatie in Finland. Vanuit Finland zouden de containers door een lokale vervoerder naar Rusland worden gebracht.
Bij het opmaken van de douanedocumenten voor de uitvoer uit de EU verwisselde Transfennica enkele cruciale gegevens: de laadreferentienummers van twee containers waren verkeerd ingevoerdHet gevolg was dat de containers bij de Russische grens werden tegengehouden. Na het betalen van een forse boete mochten de vrachtwagens met containers doorrijden.
De opdrachtgever stelde Transfennica aansprakelijk voor de schade et van €83.000 wegens het schenden van een nevenverplichting
[1] ECLI:NL:HR:2015:3624
Vorderingen toegewezen en opdrachtgever volledig schadeloos gesteld
De rechtbank bepaalde dat Transfenninca heeft voldaan aan zijn verplichtingen uit de vervoerovereenkomst. Het vervoer is zonder vertraging en schade aangekomen op de eindbestemming. De rechter was echter van mening dat Transfennica niet heeft voldaan aan zijn verplichting van het doorgeven van de juiste ladinggegevens. Het eindoordeel van de rechtbank is dat de opdrachtgever volledig schadeloos gesteld moest worden voor de fouten die veroorzaakt zijn door niet te voldoen aan deze verplichting.
Transfennica legt zich niet neer bij het vonnis, gaat in hoger beroep en wordt in het gelijk gesteld door het Hof op grond van de beperkte verantwoordelijkheden waarop de CMR van toepassing is, de transportverplichting. De goederen zijn op tijd en onbeschadigd op de bestemming aangekomen en volgens het Hof is daarmee aan de verplichtingen uit de vervoerovereenkomst voldaan. Omdat de schade pas geleden werd tijdens het vervoer naar Rusland, en dus na het einde van de vervoersovereenkomst op grond waarvan Transfennica de goederen naar Finland heeft vervoerd, wordt Transfennica niet aansprakelijk geacht.
Daarop besluit de opdrachtgever om in cassatie te gaan bij de Hoge Raad. De Hoge Raad is het niet eens met het Hof. De CMR voorziet niet in een uitputtende regeling van de aansprakelijkheid van de vervoerder wegens het schenden van een nevenverplichting, omdat die aansprakelijkheid niet ziet op verlies van of schade aan goederen als bedoeld in de CMR. Die aansprakelijkheid moet worden beoordeeld naar nationaal recht. Dat betekent dat wanneer de schade pas is ontstaan nadat de vervoersovereenkomst is geëindigd, de opdrachtgever buiten de CMR toch aansprakelijk kan zijn voor schadeveroorzakende fouten. Omdat de Transfennica zich ook niet kan beroepen op de CMR, moet de aansprakelijkheid worden beoordeeld op grond van het nationaal recht (art. 6:74 BW).
Aansprakelijkheid buiten de vervoersovereenkomst voorkomen
Hoe kan een vervoerder voorkomen dat hij wordt aangesproken voor fouten of onzorgvuldigheden die buiten de vervoersovereenkomst vallen?
Het is in ieder geval goed om een heldere disclaimer op te stellen die bij de communicatie per e-mail gedeeld wordt, waarin staat dat de afzender niet verantwoordelijk gehouden kan worden voor de inhoud en niet aansprakelijk is voor eventuele fouten of incorrectheden.
Daarnaast adviseren we om in de algemene voorwaarden te verwerken dat aanvullende werkzaamheden, waaronder het aanleveren van informatie, niet onder de verantwoordelijkheden en aansprakelijkheid van de vervoerder vallen.