Blijf op de hoogte van al het nieuws rondom onze expertises
Uitleg van statuten bij overlijden bestuurder van aandeelhouder
Terugvordering betalingen rond datum faillissement In het verleden is er in verschillende zaken geprocedeerd over betalingen die zijn verricht door een gefailleerde rond de datum van zijn of haar faillissement. Een leidende uitspraak in dit verband is het arrest van de Hoge Raad van 31 maart 1989 (Vis/NMB). Volgens de Hoge Raad kan de betaling […]
Inhoudsopgave
In het verleden is er in verschillende zaken geprocedeerd over betalingen die zijn verricht door een gefailleerde rond de datum van zijn of haar faillissement. Een leidende uitspraak in dit verband is het arrest van de Hoge Raad van 31 maart 1989 (Vis/NMB). Volgens de Hoge Raad kan de betaling niet meer worden teruggevorderd als de bank van gefailleerde voor de dag van het faillissement alle handelingen heeft verricht die nodig zijn ter effectuering van de betaling.
Dit jaar heeft de Hoge Raad opnieuw geoordeeld over een dergelijke betaling (HR 20 maart 2015: JPR / Gunning).
Door Maatmetaal Arnhem B.V. is op 7 februari 2011 een betaalopdracht aan de Rabobank gegeven. De betaling was bedoeld voor het advocatenkantoor (JPR Advocaten) dat haar had geadviseerd. Maatmetaal ging de dag daarna op 8 februari 2011 failliet. De rekening van JPR Advocaten (de begunstigde van de betaling) bij ING werd vervolgens op de dag van de faillietverklaring gecrediteerd.
De curator van Maatmetaal (mr. Gunning) vordert het bedrag terug van JPR. De curator krijgt van zowel de rechtbank als het Hof gelijk. JPR laat het er niet bij zitten en gaat in cassatie. JPR stelt dat de – bevoegd gegeven – betaalopdracht van voor de datum van het faillissement niet meer ongedaan gemaakt kan worden.
De Hoge Raad overweegt:
“”De Hoge Raad verwerpt dit standpunt en houdt (in zoverre) vast aan de regel uit het arrest Vis q.q./NMB. Die regel berust op het fixatiebeginsel, inhoudend dat vanaf het tijdstip van (de aanvang van de dag van) faillietverklaring de schuldenaar niet meer bevoegd is (beschikkings)handelingen ten laste van zijn vermogen te verrichten. Als uitvloeisel hiervan komt de lastgeving aan de bank ingevolge art. 7:422 lid 1 sub a BW door het faillissement ten einde (rov. 3.5.3). Hieruit volgt dat voor de toepassing van de regel uit het arrest Vis q.q./NMB niet ter zake doet of de betaalopdracht nog kon worden ingetrokken of de uitvoering van die opdracht nog kon worden voorkomen: het enkele feit dat er nog “handelingen” moesten worden verricht door (of namens) de bank van de schuldenaar ter effectuering van de betaalopdracht – ook al geschiedden deze handelingen “volautomatisch” – volstaat voor het aannemen van een recht op terugvordering (rov. 3.6.1 en 3.7.2).””
Als u kort voor het faillissement van uw B.V. als bestuurder nog betaalopdrachten uitvoert, dan kan de curator, als de rekening van de crediteur pas na het intreden van het faillissement van uw B.V. is gecrediteerd, die betaling dus van de crediteur terugvorderen.
Voor u als bestuurder is er daardoor ook een risico dat u aansprakelijk wordt gesteld door de betrokken bank(en) en of die crediteur.
Verkeert uw B.V. in financiële problemen of doet u zaken met een B.V. waarvan u weet of vermoedt dat deze financiële problemen heeft? Overweegt u een herstructurering van uw onderneming of misschien om eigen aangifte van het faillissement te doen? Vraag advies aan Sebastiaan van Leeuwen.
Blijf op de hoogte van al het nieuws rondom onze expertises
Onze advocaten delen hun visie, geven tips en houden u op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op de voor u belangrijke rechtsgebieden.