Blijf op de hoogte van al het nieuws rondom onze expertises
Zakelijk samenwerkingsverband in de zin van de Wet bibob
Een belangrijk arrest van het Hof Arnhem-Leeuwarden over tijdelijke verhuur van gemeentegrond en “Didam”, waarbij ook het belang van een goed procesbesluit naar voren komt.
Inhoudsopgave
In dit blog gaat Katja Loggen-ten Hoopen in op het arrest van het hof Arnhem-Leeuwarden d.d. 29 december 2022. Het gaat in dit hoger beroep bij het hof Arnhem-Leeuwarden om de tijdelijke verhuur van gemeentegrond. De gemeente heeft deze gemeentegrond verhuurd aan Aldi, omdat dit de enige serieuze gegadigde zou zijn. Aldi heeft op de gemeentegrond een tijdelijke supermarkt gebouwd, die op 14 december 2022 is geopend.
De andere supermarkten vinden dat de gemeente een openbare selectieprocedure had moeten organiseren waarin zij hadden kunnen meedingen naar de tijdelijke huurovereenkomst van de gemeentegrond. De voorzieningenrechter heeft in het vonnis van 15 december 2022 de gemeente verboden verdere uitvoering te geven aan de met Aldi gesloten tijdelijke huurovereenkomst van gemeentegrond en dit verbod versterkt met een dwangsom en de gemeente geboden een openbare biedprocedure te organiseren voor zover de gemeente haar grond nog wil verhuren. Zowel de gemeente als de supermarkten zijn tegen dit vonnis in beroep gekomen.
Het door de gemeente overgelegde procesbesluit is genomen door een wethouder in haar hoedanigheid van gemandateerde van het college. Omdat de wethouder echter niet gemandateerd is om namens het college te besluiten tot het instellen van hoger beroep, heeft de gemeente haar hoger beroep niet op basis van een daartoe door het bevoegd gezag genomen besluit ingesteld en wordt zij niet-ontvankelijk verklaard in het principaal hoger beroep. De wethouder is wel bevoegd namens het college het besluit te nemen tot het voeren van verweer in een civiele procedure.
De gemeente beschikt volgens haar niet over middelen die verdere uitvoering van de tijdelijke huurovereenkomst kunnen verhinderen. Niet zou van haar kunnen worden verlangd dat zij de tijdelijke huurovereenkomst met Aldi niet nakomt. Van de door de gemeente bepleite (tijdelijke) onmogelijkheid aan de hoofdveroordelingen te voldoen, is naar het oordeel van het hof echter geen sprake. Anders dan de gemeente aanvoert, kan van haar wel degelijk worden verlangd om de met Aldi gesloten tijdelijke overeenkomst niet na te komen, om zodoende aan de veroordelingen te kunnen voldoen. De gemeente heeft volgens het hof zichzelf in deze positie gebracht door geen openbare biedprocedure te organiseren voorafgaand aan het aangaan van deze overeenkomst of zich op juiste wijze ervan te vergewissen dat Aldi daadwerkelijk de enige serieuze gegadigde daarvoor was, zodat de biedprocedure achterwege kon blijven. Dat van een onmogelijkheid sprake is bij de veroordeling om een openbare biedprocedure te organiseren, is gesteld noch gebleken.
Verder oordeelt het hof dat uit het gedrag van de gemeente is gebleken dat de gemeente niet vrijwillig tot naleving van de hoofdveroordelingen zal overgaan. De dwangsommen worden verhoogd.
SWDV Advocaten houdt u graag op de hoogte over (de gevolgen van) het Didam-arrest. Lees bijvoorbeeld ook het blog van Katja Loggen over vier kort geding vonnissen waarbij het Didam-arrest een grote rol speelde.
Blijf op de hoogte van al het nieuws rondom onze expertises
Onze advocaten delen hun visie, geven tips en houden u op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op de voor u belangrijke rechtsgebieden.