Beëindiging huur (290-bedrijfsruimte) op grond van een belangenafweging

Katja Loggen-ten Hoopen van SWDV Advocaten is redacteur voor het tijdschrift Huurrecht. In haar artikelen bespreekt zij uitspraken over de huur van bedrijfsruimte. In deze uitspraak van het Hof Amsterdam van 18 juni 2024 oordeelt het hof dat het belang van verhuurder om de huurprijs te kunnen verhogen niet voldoende is om tot beëindiging van de huurovereenkomst te komen.

Lees verder

Katja Loggen-ten Hoopen van SWDV Advocaten is redacteur voor het tijdschrift Huurrecht. In haar artikelen bespreekt zij uitspraken over de huur van bedrijfsruimte.

Enkele belang hogere huurprijs onvoldoende voor huurbeëindiging bij belangenafweging

In de uitspraak van het Hof Amsterdam van 18 juni 2024 oordeelt het hof dat het belang van verhuurder om de huurprijs te kunnen verhogen niet voldoende is om tot beëindiging van de huurovereenkomst te komen. Daar komt volgens het gerechtshof nog bij dat het belang van verhuurder ook om andere redenen niet tot beëindiging van de huurovereenkomst zou kunnen leiden. Het staat niet vast dat een huurprijsherzieningsprocedure zou leiden tot de huuropbrengst die verhuurder stelt, maar ook als de huuropbrengst wel zo hoog zou worden, weegt dat belang niet op tegen het belang van Ahold om de exploitatie van de bedrijfsruimte voort te zetten en niet haar volledige bedrijfsresultaat op deze locatie blijvend te verliezen.

Ahold en verhuurder zijn niet tot overeenstemming gekomen

Ahold heeft de voorafgaande huurder, een garagebedrijf, uitgekocht. Vervolgens heeft Ahold de bodem op eigen kosten gesaneerd en de bedrijfsruimte op eigen kosten verbouwd. Na de eerste periode van 10 jaar is de huurprijs herzien naar aanleiding van een 7:303 BW procedure. De huur is toen verhoogd. Vanaf 2019 zijn verhuurder en Ahold opnieuw met elkaar in gesprek over een huurverhoging. Verhuurder heeft een andere marktpartij gevonden die een hogere huurprijs wil betalen. Verhuurder en Ahold zijn niet tot overeenstemming gekomen en verhuurder heeft bij brief van 10 juni 2021 de huurovereenkomst opgezegd tegen 1 juli 2022. Daarbij heeft verhuurder Ahold in de gelegenheid gesteld om een nieuwe huurovereenkomst aan te gaan met een hogere huurprijs. Ahold heeft niet ingestemd met de opzegging en na onderhandelingen is Ahold niet akkoord gegaan met het aangaan van een nieuwe huurovereenkomst.

Conclusie

Verhuurders van 290-bedrijfsruimte hebben te maken met de wettelijke opzeggingsbescherming. Hoe langer de huurovereenkomst geduurd heeft, hoe meer mogelijkheden de verhuurder heeft om de huur op te zeggen. In zijn algemeenheid zal bij de belangenafweging, als de verhuurder de huuropzegging daarop baseert, onder andere de duur van de huurovereenkomst meegenomen worden en alle relevante omstandigheden van de huurder en de verhuurder. Duidelijk is nu dat het verhogen van de huurprijs geen belang is waar rekening mee gehouden moet worden, omdat de verhuurder een andere mogelijkheid heeft om de huurprijs aangepast te krijgen.

Interessant? Het hele artikel leest u hier. https://www.futd.nl/vakbladen/huurrecht/

Heeft u vragen over beëindiging van de huur of uw rechten en plichten als (ver)huurder? Stel ze aan het team Vastgoed van SWDV Advocaten

Blijf op de hoogte van al het nieuws rondom onze expertises

Blijf op de hoogte van al het nieuws rondom onze expertises